What faith can do
But you’re stronger
Stronger than you know
Don’t you give up now
The sun will soon be shining
You gotta face the clouds
To find the silver lining
I’ve seen miracles just happen
Silent prayers get answered
Broken hearts become brand new
That’s what faith can do
It doesn’t matter what you’ve heard
Impossible is not a word
It’s just a reason
For someone not to try
(Kutless, What faith can do)
Jaarlijks gaan we naar een grote pinksterconferentie, ‘Opwekking’ genaamd. Twintig duizend mensen kamperen zonder elektriciteit. Overal zijn er evenementendouches en dito toiletten. Met zoveel mensen bij elkaar betekent dat in de rij staan voor de grote boodschap en een fatsoenlijke wasbeurt. Alles wordt onderhouden door vrijwilligers van de ‘sopshop’, waaronder 25 personen van onze groep die bestaat uit ruim 125 mannen, vrouwen en kinderen.
Behelpen is dus een understatement voor iedereen die niet gewend is om heel primitief te kamperen.
Op het terrein worden veel kerkdiensten, workshops en wat je verder nog kunt bedenken georganiseerd om ervaringen, gevoelens, muziek en iets over Pinksteren te delen. Alles gebeurt in grote tenten, voor elke leeftijd is er een programma op het eigen niveau. In en bij de hoofdtent zijn er voor een dienst zo’n tienduizend christenen van elke soort bijeen. Op de zondag met de extra dag gasten tussen de veertig- en vijftigduizend bezoekers. Wel eens een mierenhoop gezien? Zo ziet dit evenement er ook ongeveer uit. Alleen dan niet met wezentjes van een paar millimeter, maar ongeveer 500 keer zo groot.
Eindelijk ben je als christen een keer in de meerderheid, dat wel. Alleen kamperen en met de buurman kletsen is ook toegestaan. Er zijn absoluut geen verplichtingen om welke bijeenkomst dan ook te bezoeken. Het evenement is voor iedereen toegankelijk, als je het kampeergeld kunt betalen.
Niet voor elke christen is dit de manier waarop hij zijn geloof beleefd. In de loop van de jaren is het wel veel oecumenischer geworden. Zwarte pakken en hoedjes kom je niet tegen tussen de korte broeken en tatoeages op gespierde lichamen in te kleine shirtjes. Veel enthousiaste handen in de lucht en opgewekte muziek van een even opgewekt combo en koortje. Heel veel kan en mag tijdens de diensten. In- en uitlopen, blijven zitten met een huilende baby, een broodje eten, niet opletten, appen. Alles ter meerdere eer en glorie van degene die ons al deze mogelijkheden heeft gegeven.
Zoveel mogelijk mensen in de tent. Hoewel de samenkomsttent ongeveer 2 voetbalvelden groot is staan er om zoveel mogelijk mensen te kunnen laten zitten smalle stoelen, uiteraard in de rij allemaal gekoppeld. Schouder aan schouder met je broeder of zuster, of het je type nu is of niet. Als je denkt op tijd te zijn voor een mooie zitplaats tijdens een kerkdienst omdat de tent nog half leeg is, ben je waarschijnlijk voor het eerst op dit terrein.
Het volk Israël dat uit Egypte was gevlucht stuurde na hun jarenlange zwerftocht door de woestijn twaalf verkenners het land Israël in. Bij opwekking worden ook mensen vooruit gestuurd die dan hele rijen reserveren. Bijna alle plaatsen zijn dus al bezet, door veel meer dan twaalf verspieders die vooruit zijn gestuurd door de vele stammen die zich op het terrein hebben gesetteld.
Vergelijkbaar met een zwembad in Italië waar geen mensen zwemmen en aan wal ook geen personen te vinden zijn. Toch zijn alle stoelen gereserveerd met handdoeken. Wij zitten hier nooit vooraan omdat we bij de laatsten horen die binnen komen. Maar goed, vele laatsten zullen de eersten zijn. Dat komt goed van pas aan het eind van de dienst als we de zweetlucht van onze net iets te forse buurman wel zat zijn. We gaan als eersten weer naar buiten.
Zondagsavond is er een dienst met avondmaal en tijd voor ‘gebed voor genezing’. Een echte marathon zit voor degene die de moed of kracht heeft een dienst van 4 uur vol te houden. Deze avond slaat de twijfel bij mij toe. Zal ik naar de dienst met gebed voor genezing gaan en aan de oproep gehoor geven om naar voren te komen? Ik zal persoonlijk gebed krijgen, terwijl er velen mee bidden en er gezongen wordt. Er gebeuren soms grote dingen.
I’ve seen miracles just happen
Silent prayers get answered
Broken hearts become brand new
That’s what faith can do
Elk jaar komen mensen getuigen van verhoring van gebeden. Genezing, toch zwanger, rust, acceptatie van de eigen ziekte, enzovoort. Wonderen gebeuren nog als je ze wilt herkennen.
Zelf ben ik meer iemand van de Silent prayers get answered.
Waarom heb je daar al die mensen bij nodig? Toch zit ik op het moment suprême te wippen op het puntje van mijn klapstoel. De rij met mensen vol hoop, verwachting en emotie is lang. Mij te lang. Ik houdt de rij in de gaten en tel de wanhopigen. Nee, niet wanhopig, op waarschijnlijk een enkeling na.
Voor de rij staat een manspersoon, strak in een donker pak, met een oortje in het rechteroor, die mensen uit de wachtrij toelaat tot de bidders. Hij zou het goed doen bij de afdeling stiekem op het ministerie van binnenlandse zaken. De bidders zijn twee mensen die een zieke de handen op de schouders of het hoofd leggen en hardop voor ze bidden.
Door alle muziek en het zingen is dat gebed onhoorbaar voor anderen. Is iemand ‘bebeden’ dan mag die terug naar zijn plek of naar de nazorg. Het oortje laat weer iemand door. De rij wordt korter. Zal ik?
It doesn’t matter what you’ve heard
Impossible is not a word
It’s just a reason
For someone not to try
Genezing onmogelijk?
Ik twijfel nog steeds en heb liever dat er gebeden wordt voor kracht als genezing niet mijn deel is. Toch word ik getrokken en sta onverwachts op. Mijn vrouw vraagt me nog vlug of ze mee zal gaan. Ik antwoord kort nee, want dit doe ik alleen. Denk ik.
Ik voeg me in de rij en de beveiliger van de gebedszone kijkt me aan met een blik die ik niet thuis kan brengen. Medelijden? Streng? Intussen houdt hij in de gaten of er bidduo’s vrij zijn. Terwijl ik sta te wachten wordt Psalm 121 ingezet. Onze Psalm, bij elk belangrijk moment in ons leven. Waar komt mijn hulp vandaan? Mijn hulp is van U Heer. Een bemoediging en bevestiging, maar van wat? Dan voel ik een hand op mijn schouder. Mijn vriend staat achter me, letterlijk en figuurlijk.
Even later wordt ik toegelaten tot de bidders. De eerste twee zijn vrij. Ik schuif aan met mijn vriend in mijn kielzog. Een dunne man met grote bril, leeftijd ongeveer 40 jaar geflankeerd door een even oude vrouw met lang krullend haar zitten naast elkaar te wachten. Mijn vriend en ik gaan zitten op de stoelen tegenover hen. De knieën bijna tegen elkaar aan. Zij vraagt hoe ik heet en waarvoor ik kom. Ik stel me voor en noem de ziekte Parkinson. Dan willen ze bidden en blijkt de man door de muziek en het gezang niks gehoord te hebben. “Hoe heet je ook nog maar?” Ik noem mijn naam nogmaals. “En waarvoor kom je? Ik kon het net niet horen.” Voordat ik antwoord kan geven brengt de vrouw haar mond naar de oor van de man en brengt de informatie over.
Dan wordt er gebeden. Het is maar wat je gewend bent. Ik krijg het gevoel dat het ter plekke even geregeld moet worden. Velen zullen het mooi vinden, voor mij was netjes vragen aan de Heer voldoende geweest. Na enkele minuten kunnen we terug naar onze stoel. Oortje laat direct nieuwe mensen toe op mijn lege plek bij de bidders. Omdat de dienst bijna is afgelopen gaan we in de lege rij achter onze vrouwen staan. Een groot deel van de mensen heeft inmiddels de tent verlaten. Dat was het dan. Een ervaring rijker, een illusie armer.
Maar zelfs als er geen genezing komt, U bent God.
Dat het ook anders kan zal ik later in een dienst van onze baptistengemeente nog merken.
Tijdens het zingen van het laatste lied klop ik mijn vriend op de schouder en roep in zijn oor. “Bedankt dat je er bij was”, zeg ik. “Joh, daarvoor was ik toch gekomen”, is zijn antwoord. Daar heb je wat aan!
Ik weet niet waarom, maar niemand vraagt om mijn ervaring te delen als we terug zijn op ons kampeerveldje. Durft men niet? Geen directe genezing is blijkbaar een moeilijk onderwerp. Later bij een kampvuur bevestigd de vriend dat ook hij dezelfde gevoelens over het bidden had.
Jammer, hiervan word ik niet opgewekt.