Mountaintop

Mountaintop

 

I have been to the mountaintop

(City Harmonic)

“Yahoo, ik heb de top gehaald” klinkt het extatisch.
“Daar” roept ze enthousiast en wijst met haar gestrekte arm en wijsvinger naar een, zoals het lijkt, onmogelijk te bereiken steenmassa op zestien honderd meter hoogte. Ze glundert van oor tot oor ondanks het feit dat we al twee derde van de afdaling achter de rug hebben. Dat ze met de hakken op de rand van een rotsplateau staat maakt haar niet uit, of ze heeft het niet door. Een stap onverwachts achteruit zal haar sneller beneden brengen dan ze boven kwam.
Vanaf het laagste uitkijkpunt van de route, waar we op de heenweg zijn gestopt, ziet ze de top. Het geluk straalt uit haar ogen en is zelfs met haar zonnebril op, te zien. Zo is ze allang niet meer geweest. Zelfs niet nu we op vakantie in Frankrijk zijn waar ze al wel een stuk rust ervaart. Weg van alle dagelijkse sores. En op die top van Les Trois Becs in de Haute Alpes vind ze zich zelf even terug.

We staan intussen al twee weken met onze caravan in Frankrijk op de camping. Tot nu toe behoorlijk actief voor ons doen. Watervallen, steden, kastelen en een canyon hebben we al afgewerkt.
Het is alweer de laatste week en hebben vandaag alleen het ontbijt als serieuze activiteit gehad. In de loop van de middag overleggen we met onze vrienden of we nog naar die bergtop zullen gaan waar we vanaf onze camping al twee weken tegen aan kijken. Zoals vaker komen we wat traag op gang. Eerst uitslapen. Dan baguette en croissants halen. Rond tien uur rustig ontbijten.
Tijdens het ontbijt komt bijna dagelijks onze vriend langs op weg naar de bakker. Meestal borrelen dan de eerste ideeën wel op. Borrelen gaat ons sowieso wel goed af. Af en toe wordt onze kip caravan verdacht van het hebben van een kelder. De voorraad en keuze aan alcoholische versnaperingen lijkt eindeloos. Ik probeer rond de tijden van de medicatie me in te houden maar geniet er verder net zo goed van. Onverstandig? Ik denk het wel maar het is een weloverwogen besluit. Zolang ik er geen extra last van heb wil ik ‘vooral genieten‘ zoals me vaak wordt geadviseerd. Dat kan prima zonder drankje maar met vind ik net zo leuk en dat doe ik dan ook.

Tijdens ons twaalf uurtje, dat vaak duurt tot een uur of twee, besluiten we een poging te wagen de bergtop die we over ons glas heen kunnen zien die middag te bedwingen.

Tegen de tijd dat we alles bij elkaar hebben is het al rond drie uur. We verzamelen op de parkeerplaats van de camping en stappen met een ruime hoeveelheid water in de auto. Een half uurtje rijden door haarspeldbochten met schitterende uitzichten brengt ons bij het startpunt van de route. De beklimming blijkt uit drie delen te bestaan. Drie uitzichtpunten verdeeld over ruim 2 kilometer. We besluiten om het eerste punt als doel te stellen. Daar zien we wel weer. Eenmaal begonnen merken we dat dit geen wandelen is. Het valt behoorlijk tegen om bij ruim dertig graden dichterbij die strak blauwe hemel te komen. Klimmen en klauteren met Parkinson en een hernia. Ik vraag me onderweg hardop af wat mijn neuroloog hiervan zou vinden. Op hetzelfde moment besef ik me dat ik de medicijnen van twee uur vergeten ben en ook niks bij me heb. De ronde van zeven uur ga ik dus ook missen. Het gebeurt me vaker maar ik maak me geen zorgen, tot nu toe zijn de gevolgen als ik een keer wat uurtjes later was minimaal geweest. Een teken voor mij dat het nog meevalt bij mij. Je hoort tenslotte ook andere verhalen.

We besluiten door te gaan tot we het niet meer zien zitten, wat dat ook mag betekenen.

Het kost wat moeite om af en toe de steile stukken te passeren. Ik roep onze twee dochters die vooruit lopen terug en vraag ze te zorgen dat ik ze kan blijven zien. Net alsof dat helpt als er iets zou gebeuren. In mijn achterhoofd spelen de nieuwsberichten waarbij mensen tijdens dergelijke wandelingen uitglijden en naar beneden vallen. Ik zeg het maar niet hardop. Af en toe moeten we een plekje zoeken om ruimte te maken voor mensen die naar beneden komen. Elkaar passeren wil dan net. Een enkele keer spreek ik de afdalende wandelaars aan en langzamerhand besef ik me dat we te laat zijn gestart. Oké, twee kilometer heen en twee terug. Maar we zitten op een tempo van een kilometer per uur. Dat wordt dus vier uur lopen. Nou ja, klimmen en afdalen.
Op het eerste punt is het uitzicht geweldig. Hoge bergen met daartussen groene valleien die verlicht worden door een stralende zon. De kinderen zijn enthousiast en willen verder.
Met de opmerking dat we niet verder gaan dan we kunnen of willen staan we op en trekken verder op naar boven.
Dichterbij.
De paadjes worden smaller, de stappen moeten groter om over de rotsblokken die op het pad liggen te kunnen stappen. Af en toe een hand uitsteken of die van een ander vastpakken is niet vreemd op deze route.
Maar niemand klaagt. Wel geven een aantal toe dit niet lang meer vol te kunnen houden. Wij, degene die voldoende moed en kracht hebben, mogen verder. Vanaf punt twee splitst de groep zich.
Voor deze scheiding vinden we een rustplek op een steile helling onder een boom. Zo steil dat we gaan twijfelen. Ik loop voorop en zeg tegen de kinderen die me volgen dat we even gaan pauzeren. Langzamerhand ontstaat een kleine kudde van mensen onder en naast die ene groene boom op de met geel-gouden gras begroeide helling. Het paadje wat er naar toe loopt is een spoor van ongeveer een voetbreedte. Zo gaat het pad ook verder. De honderd meter die we net op die manier hebben overbrugd doen de spieren in de onderbenen samentrekken. Niemand geeft toe dat het zeer doet.
Ik vraag de telefoon van mijn vrouw. Ik weet dat er muziek op staat en in deze serene rust waar geen mens is te horen heb ik behoefte aan een moment om te overdenken. Een spiritueel moment zoals een collega dat ooit benoemde. Ik zoek twee nieuwe liederen uit de opwekkingsbundel en zet ze aan. In deze machtige omgeving, die geweldige natuur en deze stilte raken ze de juiste snaar. Hier en daar wordt er zachtjes meegezongen. Deze tien minuten zijn voor mij nu al het hoogtepunt. Of we de top halen of niet. Parkinson en een hernia, en dan hier onderweg naar de top.

Dan zie ik twee jonge vrouwen van rond de 25 jaren het steile stuk dat wij nog verder omhoog moeten afdalen. Als ze voldoende dichtbij zijn spreek ik ze in het Engels aan om duidelijkheid te krijgen over onze kansen. Zowaar, twee Franse vrouwen en er spreekt een Engels. Ik red me best in het Frans maar dan wel met handen en voeten. Verbaal kom ik niet verder dan ‘Papa fume un pipe’. En dat is al aardig uit de tijd dus daar heb ik echt helemaal niks aan.
In het Engels word me duidelijk gemaakt dat het nog ongeveer honderd meter heel steil is maar daarna nog twintig minuten goed te doen. Het is volgens haar de moeite waard, awesome zoals ze het noemt.
Met zeven van de negen besluiten we om het maar te proberen maar ieder op zijn eigen tempo. Mijn Engels zal wel minder goed zijn als ik dacht of de franscaise kan niet goed klok kijken want twintig minuten later staan we in een greppel. Het is een twintig centimeter diep uitgesleten pad vol met keien. Elke bocht denk ik dat we er wel zijn en telkens zie ik verderop nog een bocht.
Totdat opeens onverwachts er geen bocht meer is maar een laatste steile helling naar de top.
Als eerste kom ik boven en zie daar een stapel stenen als merkteken van het hoogste punt. Het uitzicht is inderdaad adembenemend en de wind trouwens ook. Het waait zo hard dat ik enkele minuten later, terwijl de rest ook boven komt aan de andere kant een paar meter afdaal om te schuilen.
De kinderen verbieden we direct om aan de rand van de top, die ongeveer tien bij tien meter is te komen. Een misstap in combinatie met die wind zou catastrofaal zijn.
Iedereen is onder de indruk en snel nemen we wat foto’s van de uitzichten en van elkaar. Trots als een bergbeklimmer die de Mount Everest zojuist heeft bedwongen.
Het dringt tot ons door dat het op dit moment dichter bij de hemel voelt dan ooit en we worden bevestigd in de overtuiging dat iets wat zo machtig mooi is niet uit niets kan zijn ontstaan.

We’ve been to the mountaintop
We’ve seen the glory of our God

(City Harmonic)

Tijdens de afdaling maak ik een video van mijn vrouw die omhoog staart naar de top waar we geweest zijn. Het leek onmogelijk daar te komen.

“Yahoo, ik heb de top gehaald” klinkt het extatisch.
“Daar” roept ze enthousiast en wijst met haar gestrekte arm en wijsvinger naar een, zoals het lijkt, onmogelijk te bereiken steenmassa op zestien honderd meter hoogte. Ze glundert van oor tot oor.

Het leek al weken onmogelijk om die top te bereiken. Ook, of misschien wel zeker, voor mij. Maar we bekeken hem alleen van afstand. Toen we eenmaal de moed hadden verzameld om er heen te gaan bleken er dichterbij toch smalle paadjes te zijn. En we waren niet de enigen die dezelfde beklimming voor de boeg hadden.

Zo zijn er soms van die onmogelijke uitdagingen die je niet in een stap moet proberen te bedwingen. Begin er gewoon aan en zie hoever je komt. Soms zal de top te ver zijn maar vaak zal je verder komen dan je denkt. Ga in elk geval beginnen, er blijken dan vaak meer paden dan je had verwacht. Smal en moeilijk begaanbaar soms. Onderweg blijken er plotseling meer lotgenoten dezelfde beklimming te doen. Maar als je die onmogelijk geachte uitdaging weet te overwinnen is de voldoening des te groter.

Ik heb deze top gehaald
I’ve been to this mountaintop

Mountaintop
Schuiven naar boven