Lopen op het water

Lopen op het water

 

Het is zondagmorgen rond tien uur in de ochtend. Ik sta achter in de volle kerkzaal, gespannen leunend tegen de ombouw van het mengpaneel. Twee mannen van de techniek bedienen daar het licht en geluid. Een van hen heeft me net de microfoon met het oortje aangedaan. De volle accu in de achterzak. Het is een beladen dienst door zaken die ik nog niet helemaal doorzie. De betrokken families zijn aanwezig. Ook de voorganger is er en zit vooraan op de hoek van de derde rij. In de kerk zie ik mensen snikken en tranen wegvegen. Het nummer van Matthijn Buwalda raakt mensen op dit moment extra diep zo lijkt het. Schreeuwen naar de hemel
 
Het nummer dat ik heb uitgekozen als inleiding op mijn bijdrage.
Er is geen spreker en afgelopen vrijdag heb ik toegezegd vanuit mijn leven wel te willen spreken en te delen vanuit mijn ervaringen met ziek zijn. Er zouden nog meer mensen worden gevraagd dus het hoefde geen lang verhaal te worden werd me toegelicht. Ik had vlot toegestemd. Al maandenlang liep ik tenslotte met een brief aan de mensen van onze kerk rond om ze mee te nemen in de laatste anderhalve jaren van mijn leven. Wat een verkeerde inschatting.In het huidige tijdsbeeld is datgene wat ik op papier heb staan, en wat ik al maanden wilde maar niet durfde voor te lezen, niet geschikt. Zaterdagavond om elf uur ‘s avonds ben ik klaar met herschrijven of zeg maar opnieuw schrijven van mijn ‘preek’.
Ondanks dat ik die zaterdagavond op de hoogte wordt gesteld dat ik de enige spreker ben wordt me gevraagd het maximaal vijftien minuten te laten duren en nog liever het bij tien minuten te houden. Dat was in elk geval al 10 minuten meer dan in eerste instantie.
Die zaterdagavond test ik de lengte door alles voor te dragen bij mijn vrouw. Zestien minuten en zeventien seconden. Ik schrap 1026 woorden en vind het dan wel goed. Op hoop van zegen. De boodschap die ik wil brengen daar wil ik niet aan schaven dus veel humor is verwijderd en ligt intussen bij de straat. Wie het vind mag er om lachen. Ook mijn binnenkomer wordt me door mijn vrouw en beste vriend afgeraden. Niet iedereen kan lachen om mijn zelfspot, zij gelukkig wel.
 
Ik denk terwijl het oortje en het microfoontje losjes aan mij hoofd hangen nog even aan die opmerking. Ondanks de spanning kan ik een glimlach niet onderdrukken. Als beelddenker zie ik het voor me. Over het soort microfoon was namelijk nog even kort overlegd op zaterdagavond. Alles was goed wat mij betreft. “Nou ja” zei ik “zolang ik maar geen microfoon in mijn hand hoef te houden. Als ik namelijk gespannen bent begint mijn hand te trillen en het lijkt zo knullig als ik me steeds met dat ding tegen mijn voorhoofd sla”, lichtte ik het verder toe.
Het beeld en de glimlach verdwijnen van mijn gezicht en ik zie de videobeelden van het lied op het scherm geprojecteerd. Veel zwart wit, huilende en schreeuwende gezichten en de tekst in beeld. Het YouTube filmpje is bijna aan het eind.
 
Ik ken het nummer van Matthijn uit het hoofd.  Ik heb het al zo vaak mee geschreeuwd. ‘laat me schreeuwen naar de hemel,de longen uit mijn lijf want waarom zou ik nog bidden als ik toch geen antwoord krijg…’. En ook het gedeelte ‘U hebt toch beloofd mij te dragen door het water, kunt u dan niet zien dat ik verdrink…’.
Het voelt soms zo ellendig machteloos, alsof die reddende hand er niet is. Het lijkt deze morgen dat meer gemeenteleden dat gevoel hebben.
 
Een half jaar geleden ben ik door het ijs gezakt,zelfs op bevroren water kon ik niet meer lopen. Als instructeur bij de brandweer kreeg ik voor het eerst in twintig jaar een black-out voor een groep brandweermensen. Een confrontatie met de realiteit. Nu ga ik voor het eerst weer eens spreken.
Zachtjes wordt ik nog even aangetikt. “Succes!’” wordt er gefluisterd achter mijn rug. De muziek is bijna afgelopen en iedereen is muisstil. Voor mij voelt de wandeling door het middenpad naar het podium als lopen op het water. Onzeker. Voor de zekerheid heb ik mezelf wel vastgemaakt aan een veiligheidslijn. Ik ben zo voorbereid dat ik niet weer tot aan mijn nek in het water verdwijn. Mijn woorden heb ik vooraf aan het papier toevertrouwd en zitten in mijn broekzak.
 
Op het podium leg ik mijn geheugen op het katheder. Een flesje water er naast.
Gespannen maar niet zonder vertrouwen kijk ik de zaal in. Tussen de twee- en driehonderd ernstige gezichten kijken mij aan. Ik zie dat hier en daar nog een zakdoek wordt opgeruimd. Dat is eigenlijk niet nodig, mijn verhaal komt nog maar goed zij kennen de inhoud natuurlijk niet. Mijn linkerhand heb ik in mijn broekzak. Niet voor niks. Die hoeven ze niet te zien schudden. Dat is tegenwoordig heel gewoon als ik gespannen ben.
Ik overweeg in een flits toch te beginnen met de grap die ik gisteren bedacht heb maar bedenk me. De sfeer is er inderdaad niet naar. Zelfspot wordt niet altijd gewaardeerd.
 
Ik kijk de zaal in zonder iemand te zien en haal diep adem. Ik heb de lessen van de logopediste nog even in gedachten doorgenomen. Luid,duidelijk en rustig. Pak veel momentjes om adem te halen. Hak de zinnen in stukken en neem de tijd zodat je niet buiten adem raakt.
 
Ik stel me voor en geef aan dat ik het voor de zekerheid grotendeels van papier zal doen. Op het moment dat ik vertellen wil welke diagnose ik anderhalf jaar eerder kreeg haper ik. De vloer waar ik op sta en die voelt als water wijkt maar sluit zich weer als ik het woord Parkinson genoemd heb. Ondanks het nummer ‘Schreeuwen naar de hemel’ wat ik net heb laten horen is mijn boodschap ‘In de storm is God dichtbij’. Aan de hand van psalm 107 loop ik door mijn afgelopen levensjaar. Ik ben gereformeerd opgevoed en heb een thema, onderverdeeld in drie punten.
 
Nu komt voor mij een emotioneel deel van mijn verhaal. Ik weet wat er gaat komen en voel de spanning en fysieke druk in mijn hoofd groter worden. Ik val stil.
Ik voel me met twee voeten door het water zakken
Mijn emoties blokkeren mijn stem. Mijn keel zit dicht en ik voel het gebrek aan lucht. ‘Ademhalen!!!’ denk ik in gedachten, niet uitbarsten in tranen.
 
 “Weet u, de symptomen van Parkinson zijn niet alleen maar trillen. Was dat maar waar. Naast vele andere symptomen waar ik maar niet verder over nadenk zit het ook tussen de oren.” Ik hap even naar adem en weet met moeite te zeggen “dat ziet geen mens. …” weer moet ik me hervinden. “…maar God wel”.
 
Mijn grootste angst, dat ik verstandelijk minder zal worden, heb ik met de goede luisteraar gedeeld.
 
Ondanks het feit dat ik overtuigd christen ben zeg ik daarna “En weet u, ik snap soms niks van God. Niet wat hij van plan is en waarom sommige mensen zoveel ellende over zich heen krijgen. Ook ik snap niet waarom het leven zo loopt als het loopt. Wellicht dat we het ooit logisch gaan vinden.”
 
Iedereen snapt dat als ik afsluit een applaus niet op zijn plaats is. Gelukkig. In stilte loopt het combo weer het podium op terwijl ik mijn plek naast mijn vrouw inneem.
En dan wordt er gezongen:

 

U leert me lopen op het water,
de oceaan is weids en diep.
U vraagt me alles los te laten,
daar vind ik U en ik twijfel niet
 
En als de golven overslaan,
dan blijf ik hopen op uw Naam.
Mijn ziel vindt rust,
want in de storm bent U dichtbij.
 

 

Ik vraag me af als ik weer zit, was dit nu lopen op het water? Doen waar je tegen op ziet? Uit je comfortzone stappen?
 
Nee, ik ben uit de boot gevallen een half jaar geleden.
Zojuist ben ik er weer in geklommen. En nu ik daar weer inzit voel ik me prima.
 
Volgens mij wordt er ook aan niemand gevraagd om zijn of haar boot te verlaten. Behalve in een christelijk kinderliedje. Stap uit je boot, durf op water te lopen…..In een Bijbelverhaal vraagt Petrus aan Jezus of hij uit de boot mag stappen. Niet omdat hij graag ook op het water wil lopen maar omdat hij twijfelt wie er over water loopt. Hij wil bewijs. “…als U het echt bent, zeg dan dat ik over het water naar U toe moet komen”. De twijfelaar krijgt toestemming.
“Kom maar” is het antwoord. Het werd niet van hem gevraagd uit zijn veilige boot te stappen! Hij had ook het antwoord van Jezus kunnen geloven toen ze hoorden “Wees maar niet bang, Ik ben het”.
Dan had hij lekker in de boot kunnen blijven. Nu deed de twijfelaar een paar stappen op het water en zakte erdoor. Nieuwe angst en ook nog de opmerking naar zijn hoofd “Och twijfelaar, waarom heb je zo weinig vertrouwen in mij?”
 
Dus, stap uit je boot? Het is een mooi verhaal maar om de steun te ervaren en het vertrouwen te houden hoef ik niet uit de boot te stappen. Blijven zitten is misschien wel  een betere optie.
Dat doe ik ook. Blijf lekker zitten als je gelooft dat Hij het is. Als je uit je comfortzone wilt stappen kun je ook naar de kust varen en aan land stappen.
 
Natuurlijk is over het water ook een optie, maar waarom zou je zo stoer doen?

Lopen op het water
Schuiven naar boven