This is the end

This is the end

This is the end
Hold your breath and count to ten Feel the earth move and then hear my heart burst again.
For this is the end,
I’ve drowned and dreamed this moment.

Let the skyfall when it crumbles,
We will stand tall face it all together
Let the skyfall when it crumbles,
We will stand tall face it all together At skyfall

I know I’ll never be without the security
are your loving arms keeping me from harm Put your hand in my hand and we’ll stand. (Adele – Skyfall)

‘Hoe gaat het?’ Voor de derde keer binnen een kwartier. Alweer die vraag. Ik ben juist alleen gaan zitten. Rust, want mijn hoofd staat op barsten. Erom heen draaien heeft geen zin. “Het heeft niks over”, is het korte maar redelijk eerlijke antwoord. En steeds weer klinkt dat standaard advies: “Vooral om jezelf denken hoor.”

Ik heb al beloofd kalmer aan te doen en op tijd aan de bel te trekken als ik in de problemen kom. Het weekend heeft me de tijd gegeven om redelijk te herstellen. Op maandag werk ik thuis. De kinderen zijn naar school. Even de belangrijkste zaken regelen en verder tijd samen met mijn vrouw. Tijdens een momentje van koffie met een sigaret spreekt ze me plotseling bijna verlegen aan: “Ik denk dat het niet goed met me gaat.”

Het hoge woord is er uit. Delen van je zorgen en emoties lukt mij goed. Daarmee bleef er de afgelopen periode niet genoeg ruimte over voor haar. “Vertel”, is mijn korte maar begripvolle reactie. Ik heb het aan zien komen en heb al vaak gezegd dat zij ook haar problemen moest delen, ondanks mijn zorgen. Makkelijk gezegd. Er voldoende over doorvragen bleef er bij en dat mag ik mezelf aanrekenen. Nu is het moment. “Jij hebt al voldoende zorgen en verdriet en ik wil jou niet extra belasten. Maar het voelt alsof ik het niet meer aan kan. Jouw situatie, een eigen zaak.”

Zoals vaak in zulke periodes liggen er extra problemen, in dit geval ook zakelijke, in je nek te hijgen. Uitstellen is het gevolg waarna de druk alleen maar groter wordt. Zo herkenbaar. Maar ik heb haar om me te helpen als ik zoiets deel. Zij heeft van mij niet voldoende ruimte en steun gekregen. In elkaars armen uithuilen voelt vertrouwd. “Ik ben liever een paar dagen extra verdrietig als je vervelende emoties met me deelt, dan een paar maanden niet op je kunnen leunen omdat je een burn-out hebt”, zeg ik. “Maar je hebt het soms al zo zwaar en ik wil je niet meer belasten” krijg ik als antwoord.

Dat de lange termijn belangrijker is ziet ze ook wel in. De dagen er na zetten we aantal uitgestelde zaken weer in het spoor en hebben we het er samen, en met een aantal vrienden over. Dat geeft haar lucht. En ik moet beter op haar letten. Ik kan me niet veroorloven het langere tijd zonder haar steun te moeten doen. Mijn vriend noemt een gedeelte uit een eerder hoofdstuk om aan te geven dat mijn vrouw wel moet praten. Het verhaal gaat over het nummer ‘Maar als het donker wordt’. Ik schreef daar: ‘Ik ben niet hulpbehoevend en kan voor anderen in het donker hier en daar ook nog wel een lichtje aansteken. Parkinson maakt me anders, niet nutteloos.’ Dat geldt zeker voor mijn vrouw waar ik elk moment terecht kan. Later die week zou dat weer erg duidelijk worden.

Dinsdag wordt weer een lange dag met brandweeroefeningen, ‘s middags en ‘s avonds. Die morgen beginnen we wat later. Al met al zouden het toch nog twaalf uur werken worden. Ik geef eerlijk toe aan de mensen om me heen dat ik er als een berg tegen op zie. Ik moet vertrouwen zien te vinden voor iets waarin ik gewoon goed in was.

Was??? Ben!!!

Dat weet ik verstandelijk, maar als het hoofd niet meewerkt. Ik ben nog beter voorbereid. Een presentatie op mijn laptop, afstandsbediening in de hand, en zo opgesteld dat alleen ik

het beeldscherm kan zien. Geheugensteuntje. Voor hetzelfde verhaal dat ik al zestig keer heb verteld zonder hulpmiddel. Nu met. Mijn eerste hulpmiddel in de strijd tegen de symptomen van Parkinson. Het redt me die middag en avond een paar keer.

Het gaat best redelijk zeg ik tegen iedereen. Niemand ziet dat ik het verhaal anders breng of dat er iets aan mij te merken is. Maar dat is de buitenzijde. Het tekort aan dopamine is niet zichtbaar. Logisch. Maar wel voelbaar, voor mij. Er wordt rekening met me gehouden, dat is fijn voor de rust maar het maakt me ook bijzonder. Ik wil juist gewoon zijn en net als mijn collega’s klagen over de belachelijk lange werkdagen.

Maar goed, ik mag dinsdagavond eerder weg en kan woensdagmorgen een uur later beginnen. Er staan ons nog twee dagen van elf uur te wachten. En dan ook vrijdag en zaterdag eigenlijk ook nog, maar ik zie nu al in dat dat niet gaat lukken. Die dagen worden ingevuld door een andere collega.

Op woensdag lijkt de eerste sessie van ruim een uur goed te gaan. Alleen dat hoofd. Na de oefening zoek ik rust buiten de kantine waar de lunch word geserveerd. Toch word ik steeds aangesproken. Ik wil nog niet toegeven. In mijn hoofd groeit het besef langzaam. Het gevecht om het te accepteren is nog in volle gang. Verstandelijk is het duidelijk: This is the end. Emotioneel ben ik er nog niet aan toe. Maar ik heb niet zoveel energie om mijn verhaal nog een keer te doen. Ik breek van binnen als ik het besluit neem dat dit het einde zal zijn.

Tijdens de lunch vraag ik mijn vervanger om het begin van de middag de oefening en nabespreking van me over te nemen. Enkele minuten voor de oefening geef ik hem aan dat het eigenlijk voor de hele dag zal zijn. En dat ik het voorlopig niet meer ga doen. Het is geen probleem voor hem, het word hoe dan ook opgelost. Ik heb het geprobeerd, maar ik moet al een spieklaptopje gebruiken. En toch wil mijn hoofd niet meer.

Ik zonder me af tijdens de volgende oefening. Op een oude barkruk aan de verkoopbalie, mijn laptop voor me. Alleen begin ik de vijftig namen van deelnemers en oefenleiders, hun rol en hun vergoeding in ons registratiesysteem in te voeren. Na enkele minuten vallen de tranen van mijn wangen op de harde stenen vloer. Die vloer is net zo hard als de muur waar tegen ik tot staan ben gekomen. Ik kom tot het volle besef. Voorlopig is dit het einde.

En alles gaat gewoon door ook al staan mijn hoofd en hart op barsten. Ook al had ik anders gehoopt en voor een andere uitkomst gebeden, ik ben door het ijs gezakt. Voor de zoveelste keer denk ik: ‘Kunt U dan niet zien dat ik verdrink?’

This is the end
Hold your breath and count to ten
Feel the earth move again here my heart burst again. For this is the end,

I’ve drowned and dreamed this moment.

Ik moet weer bellen. Direct.
Ook al zit ze met een manager te vergaderen.

I know I’ll never be without the security
Are your loving arms keeping me from harm

“Ik heb de stekker er uit getrokken …” Huilend en onverstaanbaar. Ik vertel hortend en stotend dat het voor mij deze week afgelopen is. Het kost teveel energie en ik zie er opeens teveel tegen op. Ik kan datgene wat ik het leukste vond niet meer aan.

Put your hand in my hand and we’ll stand. We will face it all together

Haar troostende woorden brengen me tot rust. Het geeft me voldoende ruimte om het gesprek af te ronden. Ze kan weer aan het werk. Dankzij mij ook met verdriet. Mijn verdriet wordt ook haar verdriet.

De aarde draait intussen gewoon door. Het leven neemt geen pauze om Parkinson.

Ik wel.

This is the end
Schuiven naar boven