Walk on
When you walk
Through a storm
Hold your head, up high
And don’t be afraid, of the dark
Walk on, through the wind
Walk on, through the rain
Walk on, walk on
With hope, in your heart
And you’ll never walk alone
You’ll never walk alone
(Gerry & The Pacemakers – You’ll Never Walk Alone)
“Wij gaan de wandeltocht Om de Noord lopen”, zegt een vriend, “en we verbinden er een sponsoractie aan voor de Parkinsonvereniging.” De aanleiding is dat in hun omgeving binnen korte tijd twee personen op relatief jonge leeftijd de diagnose Parkinson hebben gekregen. Ze zijn intussen bezig mensen te vragen om mee te doen met het wandelen. De eerste keus is 1 of 2 dagen en de tweede 15, 25 of 40 kilometer. De groep bestaat bij opgave uit elf personen. Ook mijn vrouw en ik hebben ons opgegeven voor 2 dagen 25 kilometer. Het is aardig ambitieus wat mij betreft, maar mijn vrouw vind het goed te doen. Ook al hebben we nog nooit zo’n afstand gelopen.
Voor de sponsoractie hebben we twee reclamebureaus zover gekregen dat ze 3.500 flyers voor ons willen drukken. Gratis. Een Facebookpagina en een website, beide met de naam ‘Lopen voor Parkinson’ zijn al in de lucht. Mensen klikken massaal op het duimpje. Ze vinden het leuk. Nou ja, ik niet. Al begrijp ik wat ze er mee willen zeggen. De voorkant van de flyer krijgt de tekst van de Facebook pagina en de website. Voor de achterkant denk ik erover om een uitgeklede versie van mijn eerste verhaal voor te stellen. Ik twijfel. Het is van mij, mijn … Tja, mijn wat?
Ik pas mijn geschreven emoties toch aan om eens te kijken of het dan nog wat is. Er gaan wat stukken uit en toch blijft het mijn ‘iets’. Met lood in de schoenen maak ik een opzetje voor de flyer. We lopen niet voor wat zakgeld dus een beetje drama helpt misschien bij het bedelen. Slecht argument overigens, misschien wil ik stiekem ook wel weten wat anderen van mijn verhalen vinden. Ik laat het door mijn vrouw lezen en overleg met haar. Zij vindt het prima, maar laat mij het besluit nemen.
Als eerste de groep maar eens vragen. Ik gooi het tekstvoorstel in de groepsapp. Mijn verhaal komt uit de kast. Tot nu toe zijn er twee personen die met me meelezen. Mijn vrouw en mijn beste vriend. Zij kennen mij intussen beter dan wie ook. Dat worden er als het doorgaat een paar meer. Tenminste voor het eerste stukje.
De reacties raken me. Hoewel ze het origineel niet kennen en alleen de uitgeklede tekst lezen zijn ze toch … ontroerd?
Ze worden blijkbaar meegenomen in mijn emoties als ik de berichtjes goed interpreteer.
‘Ik kan hier de juiste woorden niet voor vinden. Zeker niet voor in dit kleine vakje. Als jij dit zo wilt (durft) delen, dan sta ik hier 100% achter. En er is hoop ☝’
‘Wat mij betreft is dit een heel duidelijk verhaal dat lezers meeneemt in de stortvloed van gevoelens en gedachten die er boven komen wanneer je het bericht krijgt dat Parkinson is geconstateerd. Je laat in je hart kijken.’
‘Het raakt mij enorm je verhaal. Dapper dat je het zo wil delen.’
‘diep respect en bewondering, hoe jij / jullie ons mee laat kijken in je jullie “strijd” het maakt ons al wat duidelijk en voelbaar wat jij, en jou naasten door maken’
‘Het verhaal is zeer duidelijk, aangrijpend en persoonlijk. Ja, knap geschreven, zo puur uit het hart, gevoel en zonder op smuk,!’
Bij mijn vrouw en vriend had ik al wel gezien dat ik met mijn verhaal, volledig geschreven op mijn telefoon, hen af en toe tot tranen weet te roeren. Het vreemde is dat ook ik zelf al twee keer moest huilen toen ik mijn eigen verhaal terug las. Blijkbaar besef ik sommige dingen pas als ik ze lees, nog meer dan als ik het schrijf.
Ik besluit de tekst voor de flyer vrij te geven, maar ik ben nog steeds niet overtuigd of het goed genoeg is en of ik het echt wel wil. Voor de dramatiek voeg ik nog een paar regels toe: Ook ik ben erbij. Het voelt niet alleen als een sponsoractie maar vooral als een persoonlijke betuiging van steun. Zij voor Parkinson, ik met …
Op de website is de flyer te downloaden. Van een vrouwelijke collega krijg ik de volgende reactie:
‘Mooi geschreven en terwijl ik t lees voel ik emotie. Wrm? Het leven lijkt soms oneerlijk verdeeld …’
Het laten lezen van de teksten aan de voor mij twee meest vertrouwde personen is ook om mijn gevoelens te vertellen zonder te praten. Blijkbaar wordt alles bespreekbaar als je het eerst schrijft en dan aan je gesprekspartners laat lezen. Daarna hebben we het er vaak nog over. Soms schrikken ze. Soms lachen ze. Soms zie ik tranen. Altijd voelt het goed.
When you walk through a storm.
Het geeft me het gevoel dat ik niet alleen loop. And you’ll never walk alone. En dan bedoel ik niet de wandeltocht. Intussen maken we met een groot deel van de groep een wandeling van zeventien kilometer. Dat valt niks tegen ondanks de regen.
Walk on, through the rain.
Bovendien heb je tijd om rustig te kletsen. Het doel is de woning van de ouders van een van de deelnemers. Heel gastvrij zijn we uitgenodigd om daar te eten na de training. Alles is prima geregeld. De soep wordt buiten boven een open vuur gekookt, met daarbij stokbrood en een lekker glas wijn.
Tijdens het eten zegt de gastheer tegen mij: ‘Ik móet de tekst van het verhaal nog even digitaal hebben.’ Dat is me te kort door de bocht. Het gaat wel over mijn … Tja, mijn … Ik weet het nog steeds niet. Ik maak duidelijk dat de tekst van mij is en dat ik die niet zomaar weggeef. Het kwartje valt niet. Volgens hem is het feit dat het op een flyer staat voldoende om het te mogen gebruiken voor een streekgebonden website met actueel nieuws. Ik ben het daar niet mee eens en probeer het, na het kwartje, met een twee euro stuk.
“Het is en blijft mijn tekst, dus ik wil hierover nadenken”, probeer ik hem duidelijk te maken. Ook de grotere munt wil niet vallen. Ik laat het erbij, voorlopig. De soep is tenslotte heerlijk en ik lust nog wel wat. Bovendien wil ik de beschuit met verse aardbeien uit eigen tuin met een toefje slagroom ook niet missen.
Bij het afscheid moet er nog een groepsfoto gemaakt worden. Voor de website, en niet de onze.
Ik voel vast hoeveel muntstukken er nog in mijn portemonnee zitten. Na de foto’s bedankt iedereen voor de genoten maaltijd. Dan wordt de vraag nogmaals gesteld: “Ik heb echt de tekst digitaal nodig, wanneer kan ik het krijgen?”
De warme, vochtige lucht na de regenbui lijkt net als een paar mede wandelaars stil te staan. Een persoon houdt zijn pas in om het antwoord te horen. Ik probeer redelijk en rustig te blijven, ondanks dat iets dat uit mijn aangetaste hersenen is geboren, wordt opgeëist. Mijn grens moet voor mijn gevoel op dit moment worden aangegeven. Met een iets hardere stem dan nodig zeg ik: “Ik meende net wat ik zei, ik zal er over nadenken. Daarna wil ik eerst weten hoe en waarvoor het wordt gebruikt. Het was voor mij een grote stap om dit op de flyer te zetten. Voor nieuwe dingen heb ik tijd nodig.”
Ik kiep mijn hele portemonnee leeg met alle muntstukken die er in zitten. Een aantal kleintjes vinden hun weg. “Oké, dan hoor ik wel wanneer je er klaar voor bent en moeten anderen de radio-uitzending maar doen.” Gelukkig voel ik enig begrip in het eerste deel van zijn opmerking. Maar oh ja, die radio-uitzending is er ook nog.
Ondanks dat een aantal van de groep de woordenwisseling heeft meegekregen, komen op de terugweg in de auto alleen de koeien en kalfjes weer van stal. De gesprekken gaan overal over, behalve over het incidentje van zojuist. Blijkbaar voelt iedereen hoe gevoelig dit ligt. ’s Avonds wordt per app nog gevraagd of ik het vervelend heb gevonden. Mijn bevestigend antwoord en de uitleg daarvan werden begrepen.
Een paar dagen later probeer ik per mail mijn gevoelens nog uit te leggen. Ook zeg ik dat ik de goede bedoelingen waardeer. Welke dat ook mogen zijn. De reactie is aardig, maar er liggen nog steeds euro’s in het bakje eronder.
Mijn piketpalen zijn geplaatst.
Ik bepaal wie wat wanneer leest van mijn … Tsja, mijn …