Tips en trucs
Als papa hard wil praten is het geen probleem dan komt de dokter meteen
en hij is niet alleen want hij heeft
Tips en Trucs, Tips en Trucs (Sara Kwant)
Gele route, deze keer nummer drie. Ik heb een afspraak bij de revalidatiearts om half tien. Mijn vrouw is uiteraard mee. In haar tas een stapel flyers en wat posters. Mijn ponskaartje zijn we vergeten, maar dat zal zich vast wel oplossen. Tijd om hem nog te halen is er in elk geval niet. We zijn weer precies op tijd. Toch moeten we wachten. Ach, we hebben geen haast. Alles overkomt ons al snel genoeg. Ik zeg tegen de secretaresse, als ze ons er om vraagt, dat we het ponskaartje zijn vergeten. Op mijn vraag of dat een probleem is zegt ze vriendelijk: “Nee hoor.” Na tien minuten die we ontspannen vol kletsten gaat de deur van de spreekkamer open. De revalidatie arts, een man van rond de vijftig met een wilde bos wit krullend haar, komt zijn kamer uit. “Mevrouw Kwant?”
Ik heb nog weinig te revalideren volgens mij, maar mijn vrouw in elk geval nog minder. “Mag het ook meneer zijn?” vraag ik. Na een vluchtige blik op het dossier mag het ook meneer zijn. De eerste vraag die gesteld wordt is: “En, hoe gaat het?” Goh, waar had ik die vraag eerder gehoord? Standaard vraag, standaard antwoord. Het gaat goed. Ja echt, het gaat goed. “Wat zeg je?” vraagt hij als hij me niet
direct verstaat. Ik licht kort de situatie toe. Medicatie werkt goed. Ik heb veel energie, en wat kleine klachten.
Datgene wat ik niet wil vergeten, heb ik in de loop van de ochtend in mijn telefoon genoteerd. De meeste opmerkingen passen niet bij de revalidatiearts en die mag ik meenemen naar de neuroloog de week daarop. Ik weet dat ook wel, maar ik wil zeker weten dat ik niks vergeet. Eén ding gaat hij verder op in. “Tong bijten, kan komen omdat je per ongeluk op je tong hebt gebeten. Hij wordt dan gevoelig en dikker en dan bijt je er steeds vaker op.” Ik zeg dat ik er al wel een jaar last van heb. Hij gooit het gelijk over een andere boeg.
Ik weet dat het eens zou komen dus ben niet verbaasd. “Gebeurt het vaak dat iemand je niet verstaat zoals ik net?” Inderdaad, dat gevoel heb ik wel. Ik ben nooit een duidelijke spreker geweest met mijn slis. In de loop van de jaren ben ik wel een makkelijk spreker geworden die bij instructies of vergaderingen geen moeite heeft het woord te doen. Ook niet voor grote groepen en zeker niet te benauwd om kritische vragen te stellen of opmerkingen te maken. Voor een deel is mijn salaris van praten afhankelijk. Als instructeur bij de brandweer sta je nu eenmaal regelmatig voor groepen vrijwilligers die buiten werktijd oefeningen of opleidingen krijgen. Deze volwassenen zijn kritisch en komen niet om hun tijd te verdoen.
Verstaanbaarheid is ondanks dat alles nooit mijn sterkste punt geweest, maar ook geen groot probleem. Bij de ploegen die ik persoonlijk ken merk ik wel een gedragsverandering. Iedereen is aandachtiger en lijkt meer gemotiveerd als ik voor een groep sta. Het voelt als medelijden, ‘laten we het hem niet te moeilijk maken’. Ik maak er dankbaar gebruik van, het werk wordt er alleen maar makkelijker van. En dat kan ik wel gebruiken.
Niet verstaan worden is dus herkenbaar. “Logopedie lijkt me verstandig, zie het als preventief”, zegt hij. Hoewel het voelt als een stapje terug weet ik dat het goed is. “Je moet het vooral zien als wat tips en trucs om makkelijk te blijven praten.” Ik snap het.
’s Middags ga ik gewoon weer aan het werk en mijn vrouw gaat met de twee jongste meiden naar een nichtje ongeveer een uurtje rijden. De oudste van de twee, 9 jaar, vraagt tijdens de autorit of er bijzonderheden waren in het ziekenhuis. Ze worden zo snel groot en dan formuleren ze grote vragen. Uiteraard verwachten ze ook grote antwoorden. Mijn vrouw legt uit dat papa voor de zekerheid naar een dokter moet om wat tips en trucs te krijgen zodat ik duidelijk blijf praten. De jongste luistert aandachtig. Wonderlijk hoe kinderen met een ziekte van hun vader om kunnen gaan. Een minuut later rapt ze namelijk bovenstaande tekst.
Een nieuwe knipoog uit de hemel?