Ik mis je
Je kust me, je sust me.
Omhelst me, gerust me.
Je vangt me, verlangt me.
Oneindig ontbangt me
Hoe je praat hoe je lacht
Hoe je stem zo dichtbij
Als een engel verzacht
Kom help en bevrijd me
En laat me los
Ik kan het alleen
Maar houd me vast als het nodig is
(Maaike Ouboter – Dat ik je mis)
“Vind je me nog mooi?” “Natuurlijk”, antwoordt mijn vrouw. Ook nog als ik aftakel? Ik heb zo mijn bedenkingen. Zij heeft het niet door en leest verder. We liggen in bed. In een caravan aan de Franse kust. Ze wil lezen en verder niks. Ik wil niet zeuren en houd mijn gedachten voor mezelf. Gelukkig kan ze niet gedachten lezen. Ik reageer dus maar helemaal niet. Even later valt ze met het boek in de hand in slaap.
Twee dagen geleden heb ik haar een liefdesbrief geschreven. Ik denk niet dat veel mannen dat nog doen na ruim 10 jaar getrouwd te zijn. Nadat ze het gelezen had proefde ik de zoute tranen op haar wangen toen ze me kuste.
Ik begin mijn brief aan haar met ‘Ik mis je’. Onder een heldere sterrenhemel aan de Franse kust. Ik zit alleen buiten in het donker buiten de voortent. Mijn gezicht verlicht door het telefoonscherm waarop ik de brief met de rechter duim typ. In de verte het geluid van de brekende branding. Een glas wijn naast me. De brief maakt het me makkelijker om onder woorden te brengen hoeveel ik van haar hou. Bovendien wil ik haar duidelijk maken hoe blij ik met de situatie ben. En met situatie bedoel ik dan onze relatie. Niet Parkinson. Alhoewel, als het met zulke bijwerkingen is
We zijn dankzij de diagnose erg dicht naar elkaar toe gegroeid. Blijkbaar komt er dus niet alleen ellende van. Het nummer ‘Dat ik je mis’ ken ik al van de eerste keer dat het op televisie werd uitgevoerd. Toen al raakte het me. Nu ik het weer hoor, is het voor een groot deel ook op onze relatie van toepassing. Wij hebben onze moeilijke tijden gehad. Tijden dat we het zo machteloos oneens waren dat de vlinders terug waren gekropen in hun poppenhuis.
Maar nu. Maaike noemt het ‘ontbangt me.’ Dat is precies wat mijn vrouw doet. Als de angst toeslaat weet zij me te ‘ontbangen’. Ze weet opkomende angsten en dromen bijna altijd te verjagen.
Terug in Nederland, op bed. Terwijl de regen tegen de rolluiken van de slaapkamer slaat, gaat het weer mis. Hoewel het midden in de zomer is, komt de herfst in mijn hoofd. Ik luister muziek op mijn telefoon met de koptelefoon op. En dan beginnen de tranen. Eerst af en toe een drup die zijn weg naar beneden over mijn gezicht zoekt. Ik neem niet de moeite ze weg te vegen. Uiteindelijk stromen de tranen als de regen buiten. Het gesnik valt mijn vrouw op en ze weet dat vasthouden en meehuilen voldoende is.
’s Nachts droom ik. Ik haal voor meerdere mensen drinken bij een uitgaansgelegenheid, op een dienblad. Nadat ik drie keer onhandig een glas heb omgestoten, word ik zonder pardon deskundig opzij gezet. “Als het zo moet doe ik het zelf wel”, wordt er aan toegevoegd. Ik onthoud dromen over het algemeen niet en dan zo één wel. Tja, maar niet te lang aan denken.
Af en toe kan ik het niet laten om te zeggen hoe het me spijt dat haar leven door mij zo anders gaat lopen. Ik ben intussen 49. Dat is al jong voor zo’n ouwe lullenziekte. Zij is 36, helemaal een leeftijd dat je alleen Parkinson bij oudere ooms en tantes ziet. Niet bij je man.
Toch houdt ze van me. Nog meer dan ervoor, op sommige momenten zie ik het aan haar ogen. En ik hou zielsveel van haar. Toch laat ze me ook los zodat ik het zelf kan doen. Gelukkig houdt ze me vast als het nodig is. Voor mij het beste medicijn tegen tranen. De ringtone op haar telefoon is het couplet van het nummer ‘Angels’ van Amy Grant ‘Angels watching over me, every step I take …’ Zo voelt het precies.
Hoe je praat hoe je lacht
Hoe je stem zo dichtbij
Als een engel verzacht