Blog 2016

Respect Yourself

Respect yourself

 

If you disrespect anybody that you run in to
How in the world do you think anybody’s s’posed to respect you

The Staple Singers – Respect Yourself 

 

De wandeltocht die we lopen heeft een donkere rand. Donkerder dan de intens grijze klei van het Groningerland waar we onder een stralende zon lopen.

“Wat denk je? Is dit Parkinson of komt het door de alcohol?”.

Een man van rond de 50 jaar staat voor mijn vrouw met een trillende hand, een grijns op zijn gezicht. Zojuist zijn ze een brug opgelopen om het Reitdiep over te steken. Ze leunt op de brugleuning en kijkt over de al wat lager staande zon boven het water. De man is naast haar komen staan. Er kan maar één reden zijn waarom hij over Parkinson begint. De door de vereniging geschonken shirts waarin we allemaal lopen trekken de aandacht. Om haar heen staan een aantal van onze medewandelaars verbaasd te kijken en te luisteren. Niemand grijpt in.

“Hoe bedoel je?” zegt mijn vrouw en verbouwereerd gaat ze vervolgens een gesprek over Parkinson aan. Die gesprekken hebben we allemaal onderweg regelmatig omdat we in shirts van de Parkinsonvereniging lopen en vragen krijgen. Zonder verder op zijn opmerking in te gaan geeft ze informatie aan de man die op deze vreemde wijze het gesprek begint. Het onderonsje van mijn vrouw ontgaat me omdat ik door een plaspauze honderd meter achter loop. Aan het eind van het korte gesprek krijgt mijn vrouw nog een bemoediging mee.

“Ach, een pilletje erin en klaar is Kees”.

De man groet nog even kort en vervolgt de tocht om weer bij zijn eigen groep aan te sluiten voordat ik op de brug ben.

“Wat knap dat je zo reageerde en hem niet een klap in zijn gezicht gaf. Respect hoor!”

Verschillende lopers die mee hebben geluisterd complimenteren haar. Op dat moment begint ze pas te beseffen dat dit wel heel erg vreemd was. Vreemd? Kwetsend! Respectloos!. En dat hij dan net het gesprek met ‘de vrouw van’ aanknoopt.

Zonder dat er wordt overlegd valt er een stilzwijgend collectief besluit om mij niet op de hoogte te stellen. Het moet tenslotte gezellig blijven. Zonder fysiek helemaal kapot te gaan lopen we aan het eind van de middag over de finish onder het luid gejuich en applaus van duizenden fans. Dat die uit de geluidsinstallatie naast de eindstreep komt maakt het voor ons niet minder leuk. Voldaan en met alleen blaren lopen we het complex op de campus weer binnen waar we die morgen ook zijn gestart.

Net als vorig jaar gaan we zitten met een kopje soep en een voorverpakt broodje van de organisatie. De temperatuur is buiten en binnen heerlijk. Ik doe de groep een voorstel voor het vervoer naar huis waarbij we rekening houden met de startplaats van de volgende dag en ga ook zitten te eten. Moe maar voldaan.

En toch… er is iets. Mijn voelsprieten merken een verandering van de sfeer op. Het is minimaal en ik krijg er geen grip op. Zonder te beseffen wat ik hoor merk ik opeens dat er aan tafel iets wordt besproken wat niet voor mij bedoeld is.

“Wat is belachelijk?” vraag ik.

“Ach, niets bijzonders” zegt mijn vrouw. Ik merk dat de gesprekken aan ons deel van de tafel stil valt wat me nog meer reden geeft om door te vragen. Geen geheimen alsjeblieft! Ik zaag de tafelgenoten rondom mij door tot een van de poten het begeeft. En dan gaat het mis. Daar waar mijn hersenen sowieso al niet meer honderd procent functioneren ontstaat sluiting. Het valt niet op, ik blijf normaal functioneren. Toch wordt ik van binnen een andere persoonlijkheid.

Binnen in mij begint het te koken, woede. Pure woede laait in mij op. Aan mij is niet te zien hoe ik van binnen kook. “Hoe durft hij jou zo te kwetsen?” weet ik er nog uit te brengen als het verhaal in delen door verschillende personen wordt verteld. Dat doet me pijn en maakt me woest. Dat ze mijn vriendinnetje zo hebben behandeld! Niemand ziet wat er binnen in mij groeit. Het respect voor mijn vrouw na haar reactie op de bewuste opmerking was terecht. Ik voelde dat ik dat respect die middag niet zou verdienen.

Integendeel!

“Zit hij hier in de zaal? zeg ik in het algemeen zonder mijn gevoelens te uiten. Ik reken erop dat niemand weet waar hij zit. Tussen de vijfhonderd tot duizend mensen zal hij toch wel niet te vinden zijn? “Daar zit hij, ik liep net langs hem.” wordt er gezegd terwijl een uitgestoken vinger naar de ander kant van de zaal wijst. We komen dus langs hem als we naar de uitgang lopen, denk ik. Ik schuif mijn stoel naar achteren en hang mijn rugzak over een schouder. In niet mis te verstane taal vraag ik wie er meegaat om hem “één op zijn bek te beuken”.

Het komt er als cynische humor uit dus niemand neemt me serieus. En ze hebben gelijk, zo ben ik niet. Maar mijn tong kan af en toe vlijmscherp zijn. Zonder dat iemand het doorheeft ben ik hem aan het slijpen. Hij wordt zo scherp dat ik mezelf er mee kan verwonden. Maar dat zie en voel ik niet meer. Mijn woede drukt mijn opvoeding, mijn gezond verstand en mijn christelijke overtuiging ergens ver weg in een hoekje.

Vergeving is een niet bestaand woord op dat moment. Degene die de man van verre weet aan te wijzen volgt me op de voet als ik rustig naar hem toe loop. Niemand ziet wat er in mij leeft. En bijna niemand krijgt mee wat er dan gebeurt. Voor iedereen buiten gehoorsafstand lijkt het alsof ik een bekende begroet. Er zijn dus maar enkelen die horen wat ik ga zeggen.

“Is dat hem?” vraag ik nog even voor de zekerheid. Zodra de bevestigende knik mij zekerheid geeft loop ik met uitgestoken hand naar de man die met twee vrienden aan een tafel zit. Verbaasd steekt hij zijn hand uit die ik stevig vast pak en niet meer loslaat tot ik uitgesproken ben. Ik geef hem geen tijd om iets te kunnen zeggen en steek gelijk van wal. Mijn hand trilt zo erg dat zijn arm meebeweegt. Niet door de Parkinson maar bewust om mijn verhaal extra dramatisch te maken. Hij kijkt me verbaasd aan maar trekt zijn hand die ik vasthoudt niet terug

“Hoi, ik ben Jan Kwant en ik heb Parkinson.” Zijn verbazing wordt nog groter en is van zijn gezicht af te lezen. “Jij hebt net met een flauwe grap mijn vrouw gekwetst en daardoor ook mij. Ik weet niet waarom je het hebt gedaan en ik weet niet of je het nog steeds leuk vind.”

Ik krijg geen andere reactie dan alleen verbazing. De duizend mensen om mij heen zijn er niet, in elk geval niet in mijn hoofd. Het geroezemoes klinkt wel ergens maar speelt geen rol in mijn momentum. Ik rond mijn korte gesprek met hem af met een opmerking vanuit zoveel woede en zo respectloos naar hem dat ik het niet herhaal.

Na een vriendschappelijk klopje op zijn schouder laat ik zijn hand los loop weg. Ik kijk niet om en hoor geen reactie. Mijn bloed, adrenaline en wat er maar rondgepompt wordt in mijn lichaam giert door mijn hoofd. Druk, woede, allerlei emoties houden mij in hun greep. Ik voel me een bom testosteron. Zo, wie aan mijn vriendinnetje komt…

“Was dat nou nodig, hoe moet hij zich wel voelen?” is haar eerste reactie. Zij zaait het eerste beetje twijfel en spijt. Een half uur lang houdt ik vol dat ik inderdaad hoop dat hij er erg veel last van heeft. Sommige medewandelaars kijken me aan zonder iets hardop af te keuren. Geen reactie is vaak nog duidelijker. Anderen complimenteren me met de wraakactie. Op de parkeerplaats sla ik in twee minuten twee borrels achterover. Dat ik nog rijden moet komt niet bij me op en niemand die me daar op durft te wijzen. In de auto naast mijn vrouw begint het te knagen.

“Die laatste zin had ik nooit mogen zeggen…” Het valt stil. De spijt groeit langzaam maar zonder ophouden. Wat anderen ook zeggen om mijn reactie goed te praten, het helpt niet. “Ik heb spijt en schaam me diep! Velen zullen het in dit geval geen probleem vinden wat ik heb gezegd maar het past zó niet bij mij dat ik me er wel voor schaam.. ‘s Avonds als we thuis zijn zit ik samen met mijn vrouw voor de kachel en een wijntje erbij geef ik toe dat ik zoveel liever het gesprek was aangegaan. Gewoon vragen “Waarom?”.

Ook richting de groep schaam ik me. Ik begin om half elf die avond nog te typen in de groepsapp.

‘Was inderdaad een prachtige dag met prachtige mensen. Jammer van die man en baal achteraf vreselijk van mijn reactie. Had het gesprek moeten aangaan maar heb me door mijn boosheid laten leiden. Als ik hem morgen zie zal ik alsnog het gesprek aangaan en mijn excuus aanbieden voor mijn laatste zin’.

Die avond en een groot deel van de volgende morgen is voor mij de lol eraf. De hele dag, vijfentwintig kilometer lang loop ik met een extra pakketje in mijn rugzak. Steeds probeer ik de man die ik heb aangesproken weer te vinden. In de loop van de dag weet ik het plezier terug te vinden en kan ik nog genieten. Toch hoop ik dat ik hem weer zie, om te praten. Gewoon sorry zeggen en de vraag stellen waarom hij dat zo heeft gedaan. Als ik kan leven met zijn uitleg of zijn sorry zal hij mijn boek cadeau krijgen dat ik de hele dag voor hem meedraag.

We zien hem niet.

Onderweg komen we mijn schoonouders tegen die ons staan op te wachten om ons een hart onder de riem steken. Bij de finish worden we verwelkomd door onze twee jongste kinderen, mijn oudste zoon en mijn ouders. Fijn dat ze er zijn en de moeite hebben genomen om op fiets of met de auto helemaal naar Zoutkamp te rijden. Stamppot hoef ik daar niet. Een paar biertjes en dan op sokken met daarin de open geprikte blaren naar de auto.

De Tocht om de Noord.

Heb jij hem ook gelopen dit jaar op zaterdag? Ben jij de persoon die ik bedoel? Sorry! Echt! Ik hoop dat het je goed gaat en dat je ondanks mij toch een mooie tocht hebt gelopen. Als je wilt, laat wat van je horen. Het boek dat ik bij me had en onderweg wat beschadigd is ligt nog steeds klaar. Uiteraard wil ik ook graag horen waarom je die opmerkingen naar mijn vrouw maakte.

Ben je het niet maar ken je iemand die dit verhaal ook verteld en dan vanuit de andere kant, doe me een plezier en wijs hem op dit verhaal.

Ik heb de week na de tocht nog steeds jeuk. Overal. Tussen mijn oren maar ook op mijn hart.

Misschien dat die jeuk nog wel vervelender is. Het duurt in elk geval langer.

If you disrespect anybody that you run in to

How in the world do you think anybody’s s’posed to respect you

The Staple Singers – Respect Yourself Lyrics | MetroLyrics

Schuiven naar boven