Kop op
Langzaam zie ik het hoofd buigen. Het zakt steeds verder. Ik weet waarom en terwijl ik het zie gebeuren heb ik niet de moed, zin en kracht om in te grijpen.
Het is weer zo’n nacht, niet naar bed gegaan en tegen de ochtend beseffen dat het geen zin meer heeft. Steeds meer koppen zie ik in de loop van de nacht naar beneden gaan. Tegen de morgen hebben de meeste het hoofd er bij neergelegd. Ze waren zo mooi en ze groeiden zo hard. Terwijl ik er bij zit is de bos rood gele tulpen door watergebrek veranderd. Van fier rechtop, fel gekleurd op licht groene stelen, omringd en gesteund door donkergroene bladeren en met een open blik naar boven zijn ze in zes uur veranderd in een mistroostig bosje naar beneden kijkende onherkenbare planten.
Ze hebben het opgegeven.
Maar plotseling sta ik op, verbijt de pijn en haal een kan met water om de vaas te vullen. Zouden ze zich toch nog even weer oprichten? Ik probeer de tijd van acht minuten over vijf te onthouden maar twijfel er oprecht aan dat ze het redden. Toch heb ik de hoop ook niet verloren.
Ook mijn hoofd ging deze nacht bij de tulpen omlaag. Soms overspoelt zelfmedelijden me en voel ik me intens ellendig. Parkinson op zich is vervelend genoeg, de medicijnen helpen geweldig maar zorgen ook voor andere klachten die we dan bijwerkingen noemen. Zelf kan ik niet meer werken maar de medicijnen mogen er zelfs bijwerken… Daarnaast is het hebben van een progressieve ziekte geen reden om verder niet meer klachten te krijgen.
Begin januari kreeg ik zoveel last van mijn altijd aanwezige hernia dat ik het spreekwoord “even de kiezen op elkaar zetten” leerde begrijpen. Toen de pijn in de rug minder werd dankzij de morfine voelde ik pas de pijn in mijn gebit tijdens het kauwen. Nog dagenlang bleven vooral de kiezen met vullingen gevoelig tijdens het eten. Even de kiezen op elkaar zetten voorkwam dat ik het uitschreeuwde van de pijn. Nu drie weken later hebben we een huis met slaapkamer en badkamer beneden gekocht en ons eigen huis verkocht. Dat doen we even tussendoor. Intussen heb ik weer pijn in mijn bovenbeen of heup. Met morfine en paracetamol weet ik de scherpe randjes eraf te halen maar niet voldoende dus na drie weken elke week een keer bij een arts geweest te zijn ga ik vanmiddag weer.
Intussen ben ik dringend op zoek naar water. Vannacht heb ook ik het hoofd laten hangen.
Ik had zo met mijn blote voeten in de droge vaas kunnen gaan staan. Een beetje rood geel kijken, mijn armen wat donkergroen naar beneden laten hangen en ik durf te wedden dat niemand was opgevallen dat ik ook in dat bosje treurende voorjaarsbloeiers stond.
Maar het lijkt onwaarschijnlijk en ik kan het nauwelijks geloven als ik af en toe de tulpen zie bewegen. Het lijkt alsof ze zich weer oprichten. Het is bijna half zes in de ochtend als ik een foto maak en die vergelijk met de eerste foto’s.
Als een tulp dat kan moet ik dat toch ook kunnen bedenk ik me…
Helemaal naïef ben ik ook weer niet, ze zullen nooit meer worden zoals ze een paar dagen geleden waren. Toch zit er meer herstellingsvermogen in deze bloemen dan ik had verwacht.
En inderdaad, als een tulp dat kan, dan kan ik dat ook. Desnoods ga ik er weer tussen staan. In de tijd dat ik over mijn leven en de tulpen filosofeer hebben ze allemaal het hoofd weer van de tafel getild. Dat lijkt me een goed moment om ook zelf het hoofd weer op te tillen en even rond te kijken naar de mooie dingen. We hebben een schitterend huis gekocht, het heeft een reden, maar het is een prachtig huis. We verheugen ons op de verhuizing, op de nieuwe plek en de uitdagingen die deze verandering gaat brengen.
En de pijn? Die gaat wel weer over.
Pas als je geen pijn meer voelt is het echt over.
Hier in huis zullen zo de eerste wekkers weer aflopen voor de schone slaapsters. Ik heb niet geslapen maar wel de neergang en het herstel van een bosje tulpen meegemaakt. Om vijf voor zes in de donkere en koude winterochtend maak ik de laatste foto. Het verschil met minder dan een uur geleden is aanzienlijk.
Ook bij mij.
De pijn is niet over maar het hoofd staat weer recht boven de steel.
En ik geloof, er komt een dag dat ik geen pijn meer doe