Ode to joy
“Tsjonge, wat heb jij een pech!“ klinkt het hartgrondig uit de groep.
Het is een maandagavond rond half acht en een oefenavond in een van onze brandweerposten.
De junizon schijnt en heeft nog steeds kracht aan het eind van deze zomerse dag. Mooi weer om buiten bezig te zijn. Voor mij een groepje brandweermannen die ik instructie geef over specifiek gereedschap dat is te gebruiken bij ongevallen. Degene die de opmerking maakt zit op de stoel die ik voor mezelf heb klaargezet. Hij reageert met zijn uitspraak op mijn verhaal dat ik de stoel nodig heb omdat ik niet lang kan stil staan, zitten en lopen gaat goed. De huisarts vermoed een hernia maar de neuroloog waar ik komende woensdag heen moet mag het eindoordeel geven. Met pijnstillers kan ik gelukkig gewoon aan het werk. Intussen al weer voor 75 procent. Blijven bewegen is het motto. Dat advies heb ik al vaker gehad dus dat is niks nieuws.
Een paar avonden daarvoor hadden we het gehad over de beeldvorming van de mensen die me niet goed kennen maar wel gehoord of gelezen hebben dat ik Parkinson heb. Vaak is dat beeld niet goed. Het idee dat ik al iemand ben met de meest bekende klachten als traag zijn en trillen is wijd verbreid. Blijkbaar schrijf ik dusdanig dat degene die me nooit live meemaken in hun gedachten de vorige Paus zien. Of eigenlijk, iemand zoals de vorige Paus. Het tegendeel is waar, iemand die het niet weet ziet niet dat ik Parkinson heb.
Zo kun je makkelijk een verkeerd beeld van iemand krijgen, of een vooroordeel? Deze beeldvorming levert ook minder leuke kanten op.
Er zijn mensen die mijn vrouw een hart onder de riem steken door te zeggen “Weet je wat me zo erg lijkt?”. Zonder dan op een reactie te wachten geven ze gelijk antwoord. “Dat hij straks naar een verzorgingstehuis moet”. Ook was er laatst iemand die vroeg: “Maar hoe doe je dat met zijn verzorging?”
De mensen die oprecht geïnteresseerd in haar zijn stellen de goede vragen, maken de juiste opmerkingen maar belangrijker: voelen haar aan. Dat is fijn.
Wat het meest vervelend voor mijn vrouw is, is dat haar gevraagd wordt hoe het met haar gaat. Dat is op zich niet vervelend behalve als de vraagsteller niet de moeite neemt om op haar reactie te reageren. Of ze nu “goed” of “slecht” zegt, de tweede vraag is dan direct: “Hoe is het met Jan?”. Dan zijn er nog de mensen die na “Hoe gaat het met je” niet op een antwoord wachten maar direct vragen “En hoe gaat het met Jan?”
De mensen die alleen nog maar informeren naar mij en niet meer in haar geïnteresseerd lijken, nodigen we niet uit voor een barbecue. Niet omdat ze niet welkom zouden zijn maar omdat onze toch redelijke ruime tuin te klein zou zijn.
In het gesprek dat we die avond en nacht hadden opperde ik dat het wel eens door het blog kan komen. Blijkbaar ontstaat dit beeld van mij doordat ze me niet in levende lijve zien en leven mensen zo mee dat ze mijn vrouw vergeten. Als dat het resultaat van mijn blog is, dat ik teveel aandacht op mezelf en mijn ziekte vestig, en dat daardoor mijn vrouw vergeten wordt “dan haal ik alles er af”. Dat is een serieuze overweging. Dan verdwijnt het bij de meeste mensen langzamerhand wel naar de achtergrond. Een andere optie is dat iedereen die haar spreekt en wil weten hoe het gaat dat ook aan haar vraagt. Schrik dan niet als ze antwoord dat het niet zo goed gaat. En accepteer als ze zegt dat het goed gaat. Ze heeft vaak ook geen zin om over Parkinson of een burn-out te praten.
Je mag best naar mij vragen maar niet als eerste. Als je haar vraagt, luister dan. Naar mij vragen kan altijd nog maar dat mag ook aan mij via de mail, telefoon of live als je me tegenkomt.
Het is maar een tip.
Echt we snappen dat iedereen het goed bedoelt. Bij voorbaat bedankt, maar gewoon een bemoediging is vaak voldoende. Bijvoorbeeld de kaarten die af en toe nog binnenkomen. Het feit dat mensen de moeite nemen om dat te doen is al een bedankje waard. Daarbij komt dat mensen dan de tijd nemen om hun boodschap te overwegen voor ze hem opschrijven. En dat is vaak uit het hart.
Zo is een schouderklopje, een compliment of een “we denken aan jullie” vaak al genoeg. Zoals het compliment van een klant, die verstand heeft van communicatie, over mijn vrouw haar gesprekstechniek. Het was gemeend, gaf zelfvertrouwen en Joy. Je weet soms niet wat je met zoiets ‘simpels’ op gang brengt.
Daarbij denk ik aan de flashmob op YouTube ‘Ode to Joy – Flash Mob Started by One Little Girl’.
Een plein in Spanje, mooi weer en allerlei mensen met iedere hun eigen gedachten en gesprekken, wandelen daar met of zonder doel rond.
Een man in een zwart pak en wit overhemd staat in de positie om te gaan spelen op zijn contrabas. Wachtend. Wachtend op de eerste persoon die iets in de zwarte hoed gooit die met de opening naar boven voor hem staat. Een klein meisje loopt naar de hoed met in haar dichtgeknepen vuistje een muntstuk. Nadat ze het in de hoed heeft gelegd loopt ze verwachtingsvol achteruit. Haar ogen gericht op de man die nu vast wel een stukje zal gaan spelen. En inderdaad . Langzaam drijven de donkere tonen van de contrabas over het plein. Het meisje blijft op twee meter afstand kijken en luisteren. Op het plein blijft het geroezemoes van alle zich vermengende gesprekken hoorbaar. Het kind wil de man horen spelen maar heeft geen idee wat ze met haar kleine bijdrage in gang zet. Een vrouw, ook gekleed in zwart en wit voegt zich met haar cello bij de man en begint mee te spelen. Mensen stoppen, draaien zich om en kijken, gaan zitten en luisteren. Verbaasd.
Terwijl de klanken van contrabas en cello zich samenvoegen komen er twee violisten en een dame met een fagot de groep aanvullen. Langzamerhand groeien de klanken tot een geheel dat ooit door Beethoven als 9e symfonie is geschreven. Dan voegen zich nog meer violisten bij de groep daarna aangevuld door de hout – en koperblazers en de slagwerkers, allen met hun instrument. Er ontstaat een symfonieorkest tijdens het spelen van het ‘Ode to joy’. Een nieuwsgierig kind klimt in een lantarenpaal om alles goed te kunnen zien. Zelfs een koor neemt plaats achter de muzikanten.
En het meisje, zij staat na vijf minuten nog steeds op twee meter afstand van de hoed. Verwonderd te genieten van wat ze heeft veroorzaakt.
Ze heeft niet alleen zichzelf een plezier gedaan maar ook alle mensen die zich rondom het orkest hebben opgesteld. Meezingend en enthousiast applaudisserend na de afsluiting. Soms is een kleine actie voldoende om iets moois te veroorzaken.
“Tsjonge, wat heb jij een pech! “
Ik denk even na en in gedachten herinner ik me het antwoord dat ik mijn broers en schoonzussen een dag eerder gaf.
Ik kijk de groep mannen aan en zeg: “Dat valt eigenlijk wel mee. Afgezien van Parkinson, een hernia en een vrouw met een burn-out gaat het goed”. De opmerking land niet direct. Ik licht het verder toe.
“Mijn medicatie werkt uitermate goed, ik voel me als 5 jaar geleden. Ik kan alles en mag alles. De paar kleine klachten en bijwerkingen zijn niet de moeite. Die hernia gaat wel weer over en mijn vrouw komt er ook wel weer boven op. Maar belangrijker, het gaat gewoon goed met ons. Wekelijks zeggen we tegen elkaar: Wat hebben we het goed hè?”. En: “Wat hebben wij een geluk samen, wat hebben we het nog steeds leuk!”. De groep vertel ik: “We zijn echt tevreden! En daarom zijn we gelukkig!”
Niet iedereen kijkt me overtuigd aan. Eén man zegt duidelijk: “Ik begrijp je wel. Ik snap het!” Voor mij is dat genoeg bewijs dat mijn uitleg voldoende is al heb ik niet het idee dat iedereen het met hem eens is. Zonder ze nog de kans te geven om te reageren begin ik met de instructie. De dagen daarna leg ik het nog een aantal malen uit dat ik gelukkig ben omdat we tevreden zijn.
Op dit moment is dat, vanuit mijn perspectief, ook makkelijk te zeggen. Het gaat goed met mij door de medicatie, een zegening. Ik weet ook niet of ik nog zo reageer als de klachten veel erger zijn. Ik vertrouw daar op. Tegelijk zijn we ons er van bewust dat er voldoende mensen zien die minder zorgen hebben dan wij en toch niet gelukkig zijn. Ze willen nog zoveel meer in hun leven en krijgen er niet uit wat ze willen. Ze knijpen en persen het leven uit alsof het een citroen is en trekken er gezichten bij alsof ze het proeven. Ze willen zelfs de laatste druppels, niet beseffend dat die er soms allang niet meer inzitten. Acceptatie van je situatie en van daaruit tevredenheid is de basis voor geluk.
Op dit moment lukt ons dat best goed!
Mocht je niet tevreden zijn en iets leuks voor jezelf en anderen willen doen, gooi dan eens iets in die hoed …
Wie weet …