Beloofd
Het is donker. Door de bomen zie ik het zwakke oranje schijnsel van een volle maan. De paar stroken vederwolken worden aan hun kant van de maan zacht oranje opgelicht. Ik wieg zachtjes heen en weer. Vanaf de schommelbank hoor ik het zachte gemompel van de buren. Op de leuning staat een koud flesje bier dat ik net van zijn dop heb ontdaan met behulp van mijn aansteker die ik daarna gebruik om een sigaret aan te steken. Slechte gewoontes voor een Parkinsonpatiënt. Het enige dat verder verlicht wordt is mijn gezicht door het het beeldscherm van de telefoon waar ik op type.
Mijn vriendinnetje is op stap. Ik gun het haar van harte. Plezier met een hele goede vriendin in de kroeg van vroeger. Ik kan er niks aan doen maar ik ben wel jaloers op haar. Gewoon de boel de boel laten en onder het genot van een aantal drankjes domme lol hebben, maar ook serieuze zaken delen. Dat gewone leven begin ik steeds meer te missen. Zowel het werk, als de zaken die daaruit voortkomen. Ik mis dat leven meer dan ooit.
Voor haar is er ook veel veranderd maar ze heeft het geluk dat ze de ziekte kan loslaten als ze weg is. Ik probeer het ook los te laten, maar mijnheer Parkinson is sterker en wil mij niet loslaten. Intussen heeft de lichtgele maan de bomen in hoogte overwonnen. In de open stukken hemel staat hier en daar een ster. Op dit moment kan ik me niet voorstellen dat liefde zo groot kan zijn dat ze mijn huidige onhebbelijkheden blijft weerstaan. Vanuit de koptelefoon die om mijn nek hangt hoor ik zachtjes “ you are my everything……”. Over een paar dagen zijn we dertien jaar getrouwd.
Van een collega kreeg ik een berichtje via de WhatsApp.
Hey jan hoe gaat het er mee? Beetje het werk verder van je af kunnen zetten en inmiddels wat meer rust en regelmaat in het overige kunnen krijgen?
Zoals zo vaak en tot irritatie van mijn vriendinnetje antwoord ik pas dagen later.
Hee vriend, gaat goed 😉. Het werk mis ik en rust en regelmaat is niet ons ding dus dat lukt nog niet zo. Housekeeping sucks…
Hey vriend het gaat kloten dus
Nee hoor, niet kloten.
En dat is de waarheid. Zo erg is het niet, ik geniet vooral van alles dat wel goed gaat en dat nog kan in dit leven. Toch zou het ook niet eerlijk zijn om te doen alsof er niks aan de hand is.
Voor buitenstaanders is het moeilijk voor te stellen dat ik voor de volle honderd procent ben afgekeurd. Ik kan en doe in fysiek opzicht alles nog en daar ben ik dankbaar voor. Echt! Maar het kan er uit zien alsof ik ook betaalde arbeid zou kunnen doen.
Mijn vriendinnetje weet wel waarom ik niet kan werken, maar zelfs zij kan het niet altijd begrijpen.
Mijn fysieke klachten worden met medicatie goed gemaskeerd.
De reden dat ik ben afgekeurd zijn mijn onzichtbare klachten en het bijkomende feit dat ik menselijkerwijs gezien fysiek steeds verder achteruit zal gaan. De laatste maanden van mijn werkzame leven maakte ik er achteraf gezien een potje van. Het lukte me niet meer om welke eenvoudige klus dan ook af te ronden. Gebrek aan concentratie en het focussen op datgene wat echt moet was precies wat ik miste. Hoewel ik verstandelijk weet dat iets gedaan moet worden zie ik altijd nog wel iets anders dat in mijn ogen belangrijker lijkt. Vreemd genoeg weet ik het dan wel maar kan ik me niet dwingen om af te maken waar ik mee bezig ben
“ Jan, doe normaal. Je weet het toch?” verzucht ik regelmatig hardop tegen mezelf.
En terwijl ik het zeg, leg ik datgene wat ik in handen heb daar neer waar ik sta, en begin tegen beter weten in aan iets anders. Bijna niks komt af en overal wordt het een puinhoop.
Ja, af en toe lukt het me wel hoor, maar vaker niet.
En leg dat maar eens uit. Van een brandweerofficier die bij grotere incidenten meerdere voertuigen en hun bemanningen aanstuurde ben ik geworden tot een man die voor sommige opdrachten zelf aangestuurd moet worden. En dat is niet erg maar voor iedereen wennen.
Hoe het werkt weet ik niet maar in bepaalde situaties ben ik als vanouds. Als anderen mij nodig hebben kan ik elk gesprek aan. Zowel mensen die hun gevoelens of problemen willen delen als meer zakelijke onderwerpen. Het voelt goed dan serieus te worden genomen en dat mijn advies op prijs wordt gesteld.
En dat maakt het nu juist zo ongrijpbaar.
Voor mij, maar vooral voor de mensen dicht om me heen.
Ik ben teleurgesteld in mezelf als mijn vrouw thuis komt en de huishouding is niet op orde. Diezelfde teleurstelling zie ik dan ook in haar ogen. Na een dag hard werken mag je ook meer van een huisman, die verder geen officiële verplichtingen heeft, verwachten.
En ondanks mijn bewustzijn van het probleem gaat het niet zoals het moet.
Als ik dit niet onder controle krijg wordt ik ook nog voor het huishouden afgekeurd. Op zich geen verkeerd idee, maar dat gaat me voorlopig niet gebeuren. Met wat hulp en hulpmiddelen, zoals een planning waarop staat wat voor mij deze dag de opdrachten zijn, kom ik er wel uit voorlopig.
Plotseling kijk ik op van de schommelbank in de tuin terwijl de muziek in de koptelefoon mij afsluit van de rest van de wereld. Ik zie dat het beneden in huis plotseling donker is geworden.
Dat betekent dat mijn ega terug is en blijkbaar beneden alle licht heeft uitgedaan in de veronderstelling dat ik in bed lig.
En tegelijkertijd besef ik dat de deuren dan ook op slot zullen zijn.
Ik sta op en loop op blote voeten door het al vochtige gras richting de veranda waar de hitte van deze warme meidag nog onder hangt. Zoals ik al vermoedde, deur op slot.
Ik stuur haar een bericht via WhatsApp met de vraag of ik alsjeblieft binnen mag slapen.
In de omgekeerde volgorde van hoe de lampen in huis uitgingen, gaan ze nu weer aan.
Met het lampje van mijn telefoon schijn ik naar binnen zodat ze ziet waar ik sta.
Yess….ik mag naar binnen.
Het is soms moeilijk te bevatten, maar ze blijft van mij houden en sluit me nooit echt buiten.
Vaak kan ik me niet voorstellen dat liefde zo groot kan zijn dat ze mijn huidige en toekomstige onhebbelijkheden blijft overtreffen.
Dat doet me denken aan die sterren die ik zag vanaf de schommelbank. Mijn vriendinnetje is zo’n ster. Ze heeft zoveel moed dat zelfs als ik mij laat buitensluiten ik door haar weer wordt binnengelaten.
Vandaag, 3 juni, zijn we dertien jaar getrouwd.
Dat is genoeg om dankbaar voor te zijn.
Dus ik sta hier, ik blijf dicht bij jou, ik schreeuw, ik zwijg, ik bid met jou tot het weer blauw wordt in de lucht en in je hoofd.
Totdat de wind draait.
En op een dag waaien we samen weer droog.
En tot die tijd Sta ik hier naast je, beloofd.
Lief vriendinnetje, ik hou van je.